Op een zomeravond (lees 21 augustus) ving ik deze opname van Bommelwereld in Groenlo. De karakteristieke torentjes staken als silhouetten af tegen de ondergaande zon — een moment van rust vóór de magie van het park tot leven komt.
De foto is gemaakt met de Canon EOS R7 en een 85mm lens, ingesteld op f/36. Dankzij dit kleine diafragma ontstaan de duidelijke zonnestralen (“sunstars”) die het beeld een bijna sprookjesachtige sfeer geven. Met een sluitertijd van 1/30 sec en ISO 100 heb ik geprobeerd de warmte en de intensiteit van het licht vast te leggen zonder details in de silhouetten te verliezen.
Voor fotografen is dit een goed voorbeeld van hoe je met diafragma en standpunt invloed hebt op de vorm en spreiding van zonnestralen. Let wel: bij zulke kleine f-stops loop je kans op diffractie, maar in dit geval versterkt het juist het beeld. De zon precies tussen de torens en net boven de horizon — een kwestie van timing en geduld.
Wat is diffractie?
Diffractie is een optisch verschijnsel waarbij licht ‘afbuigt’ wanneer het door een kleine opening (zoals een klein diafragma) gaat. Hoe kleiner het diafragma (dus hoe hoger het f-getal), hoe meer het licht wordt verspreid in plaats van netjes recht naar de sensor te gaan.
Wat merk je ervan in je foto?
Verminderde scherpte
Bij hele kleine diafragma’s zoals f/22 of f/36 kan de foto er minder scherp uitzien, vooral als je inzoomt op details.Softere details
Fijne structuren (zoals grassprieten, gebouwen of bladeren in de verte) verliezen wat definitie, zelfs als je perfect hebt scherpgesteld en een stevig statief gebruikt.
